De Paarse fee, Caïside

Caïside, de Paarse Fee, loopt naar de stallen van het kasteel, stapt op haar paard Kera en rijdt over de witte heuvels naar het grote sprookjeswoud Dasos. Ze wil even alleen zijn, even nadenken. Irven, de Witte Prins heeft haar net gevraagd om morgenavond mee te gaan naar het bal van zijn vader Kevon, de Koning en Kattie, zijn moeder de Koningin.

Irven blijft achter op het kasteel. Zijn hoofd is vol twijfels. Hij zag dat Caïside het moeilijk vond om zijn vraag te beantwoorden. “Houdt zij wel van mij?”, vraagt hij zich af. “Of twijfelt zij nog en vindt zij het te vroeg om op het bal door iedereen gezien te worden?”. Al deze vragen spoken door het hoofd van Irven. Hij slaakt een diepe zucht. Hij houdt zo veel van zijn Caïside, dat hij niets liever wil dan haar gelukkig maken. Met of zonder bal.

Caïside houdt ontzettend veel van haar prins. “Ik weet dat hij me heel graag mee wil nemen naar het bal.”, zegt ze tegen haar paard. “En ik weet ook dat hij van mij houdt en trots op me is. Hij wil mij zo graag voorstellen aan Kevon, de Koning en Kattie, de Koningin en alle anderen. Dat weet ik zeker lieve Kera”. Samen lopen ze verder.

Eigenlijk wandelt ze het liefst met Irven door Dasos, het sprookjeswoud, over de heuvels, tussen de bloemen en het groene gras, terwijl de konijnen achter hen aan huppelen, de vogels fluitend met hen meevliegen en de reeën hen tegemoet wandelen.
Ze ziet op tegen het bal op het grote kasteel. De balzaal met al die grote, kristallen kroonluchters, de kaarsen, de muzikanten, de andere gasten, de drukte en de volheid. Ze weet dat ze zich er onprettig zal voelen. Natuurlijk wil ze graag kennismaken met Kevon, de Koning en Kattie, de Koningin. En met zijn vrienden. Maar met allemaal tegelijk?! En dan gelijk op zo’n groot bal.

Terwijl ze verder rijdt op haar paard, komt de Renny, de groene kikker uit het bos. “Dag lieve Caïside! Wat fijn om jou hier te treffen! Wat brengt jou hier? Je lijkt je zorgen te maken!”.
“Ach lieve kikker, Irven heeft mij gevraagd om mee te gaan haar het bal van de Koning en de Koningin. Heuvelhoog zie ik er tegenop. Ik ga me er zo verloren voelen. En ik ga graag met hem mee, omdat ik weet dat hij het fijn vindt mij te begeleiden. Maar wat zou ik graag met hem delen hoe ik me voel”.
“Wat houdt je tegen? ”, zei de Renny.
“Zijn vader Kevon, zijn moeder Kattie en al hun onderdanen. Ze zullen het niet begrijpen en zich afvragen waarom ik er niet ben. Hij moet dan uitleggen dat ik er voor kies om niet mee te gaan naar het bal en mijn tijd liever doorbreng in de rust van het mooie grote Dasos”.
Renny, de groene kikker zei: “Heb je het Irven gevraagd, lieve Caïside? Kent hij jouw worsteling?”
“Nee, lieve kikker, dat heb ik nog niet gedaan. Kom ik trek de stoute schoenen aan….”.

Ze rijdt terug naar haar huisje verderop in het sprookjesbos en trekt haar mooiste jurk aan. Irven en Caïside zouden die avond samen eten. “Tijdens ons etentje samen, vertel ik mijn lieve Irven dat ik heel veel van hem houd en ik vertel hem van mijn worsteling”. Met bonzend hart vol liefde stapt zij weer op haar paard en rijdt terug naar het kasteel.

En? Leefden ze nog lang en gelukkig?
Wat denk jij?
Wat doe jij?

 

Contactgegevens

De witte heks
Yvonne Arnst
Boerhoornstraat 43
7846 AA Noord-Sleen
telefoonnummer 06 48 76 50 84

Kamer van Koophandel nummer 67233112
BTW nummer is NL001524622B95

© 2024 - Yvonne Arnst

Volg mij op Social Media