Elyn het elfje
Helemaal achterin Tuinland, in wat vroeger nog gewoon een tuin was, staat een honderd jaar oude boom. In deze oude boom is een boomhuis met wel 1.000 kamers. En in één van deze 1.000 kamers woont Elyn het elfje.
Elyn werd wakker en wreef in haar oogjes. Ze rekte zich uit en schudde met haar vleugels. Het was al licht in het Pink Forrest. Tijd om op te staan. Ze wist niet goed wat ze moest doen. Ze voelde zich wat alleen in haar boomhuis met 1.000 kamers. Ze was gek op de dieren om haar heen, genoot van de vluchten op de rug van Victor de Valk en de ritten op de vin van Ko de Karper. En ook als Sarah de Slak haar uitnodigde voor een ritje op haar huisje, ging ze maar wat graag mee. Maar ze wilde zo graag eens spelen met andere elfjes.
Sinds haar moeder er niet meer was, woonde ze helemaal alleen in haar grote boomhuis. Ze keek naar buiten en zag de roze sneeuw vallen. Even zuchtte ze en diep ineens moest ze denken aan het kistje dat haar vader haar ooit had gegeven. Toen hij het haar gaf had hij gezegd: “Als papa en mama er straks allebei niet meer zijn, dan is het tijd om dit kistje open te maken. We hebben dit kistje gekregen van de oude man die deze tuin en later Tuinland, heeft aangelegd. De boom waarin wij wonen, is als jonge boom nog door hem gepland. Hij vertelde ons precies wat wij met de inhoud van het kistje moesten doen. Papa schreef dit op een kaartje. Dat kaartje zit ook in het kistje.”
Het kistje paste net in haar hand. Ze schudde er even mee. Het rammelde een beetje. Toen ze het opende herkende ze gelijk het handschrift van haar vader op het kaartje bovenop. Onder het kaartje lagen kleine parelmoeren zaadjes. Ze waren een beetje eivormig en hadden een donzige bovenkant. Op het kaartje stond precies wat ze met deze zaadjes moest doen om ze te laten groeien van geluk.
Ze nam het kistje mee naar de tuin van haar boomhuis en deed precies wat op het kaartje stond en daarmee wat de oude man haar vader had verteld. Ze bedekte de zaadjes met een laagje zilveren aarde. Ze gaf ze het blauwe elvenwater. Twee weken lang ging ze elke dag een paar keer naar de plek waar de zaadjes waren begraven en waar zij de roze, kristallen paddenstoelen had neergezet. Die paddenstoelen schitterden haar ’s morgens tegemoet.
Na die twee weken, het was de dag voor Kerst, vloog ze weer, als altijd zingend, naar de plek in de tuin. Ze schrok toen ze aankwam. De hoopjes aarde waren gaatjes geworden. En die gaatjes bleken leeg. Wat zou er gebeurd zijn? Waar waren de zaadjes gebleven?
Toen hoorde ze iemand achter haar zacht giechelen. En iemand anders fluisterde “Hallo Elyn”. Ze draaide zich om. In de tuin, op de schommel, op de takken van de versierde boom en op het hek zaten zeker wel tien andere elfjes. Elfjes zoals zij. Efljes om mee te spelen, mee te rennen in de roze sneeuw, mee te vliegen door het Pink Forrest. Oh wat was Elyn blij. Haar vader had er voor gezorgd dat ze niet lang alleen hoefde te zijn. Ze was zo gelukkig.
Ze kon nu samen met haar nieuwe elvenvriendjes Kerst vieren in het grote boomhuis met wel 1.000 kamers, achter in Tuinland.
(geschreven in opdracht van Tuinland voor de kerstshow 2020, ingesproken door Ton van der Velden)
Contactgegevens
De witte heks
Yvonne Arnst
Boerhoornstraat 43
7846 AA Noord-Sleen
telefoonnummer 06 48 76 50 84
Kamer van Koophandel nummer 67233112
BTW nummer is NL001524622B95
© 2024 - Yvonne Arnst